1


Beheer van natuur en landschap

Ontwikkeling en beheer van natuur en landschap langs de paden

In het project Kerkepaden Zieuwent is in totaal ruim 12 kilometer aan paden gerealiseerd. Alleen het Rollaspad (1170m) bestond al en is opgeknapt; de rest is nieuw. Maar behalve  de paden zelf zijn er, waar de kansen zich voordeden, ook veel nieuwe landschapselementen en kleine natuurgebiedjes aangelegd om de attractiviteit van de paden te vergroten. Zo is er langs de paden ongeveer 5 kilometer aan extra beplanting aangebracht in de vorm van houtwallen, singels, bomenrijen, knotbomen en struweel. Verder zijn er in totaal acht poelen gegraven, enkele kleine hooilandjes ingericht en overhoeken ingeplant met bomen en struiken (kleine bosjes) Al met al heeft dit geleid tot vrij ingrijpende veranderingen in het landschap rond Zieuwent en herstel van het coulissenlandschap. 


Een mooi voorbeeld van landschappelijke aankleding is de beplanting langs het Hazenpad over de volle lengte van 1750m. Begin jaren negentig van de vorige eeuw was in deze hoek van Zieuwent tussen de Harreveldseweg en Zieuwentseweg nog sprake van een kaal landschap. In overleg met de toenmalige eigenaar (Jennekes Bennie) en het waterschap hebben wij een A-watergang die dwars door zijn kavel liep, verlegd naar de rand van de kavel. Voor de boer betekende dit een verbetering van de bewerkbaarheid en voor ons gaf het de mogelijkheid om langs de nieuwe watergang op een verlaagd talud beplanting aan te brengen, met op de lage delen vooral els en es en wat hoger zomereiken en inheemse struiken. Ook kwam hier ruimte voor een grote poel en bosschages in een lastig te bewerken hoek. Voor een deel van het pad is gekozen voor knotwilgen en knotelzen. De vrijwilligersploeg van het Hazenpad  beheert niet allen het pad maar ook al dat groen. De aanplant op het talud wordt traditioneel beheerd als hakhout met overstaanders. De elzen en essen worden om de circa 8 jaar afgezet, zodat ze weer kunnen uitlopen en de verspreid staande eiken worden ongemoeid gelaten, zodat ze  kunnen uitgroeien tot grote bomen. 


Een ander geslaagd voorbeeld van nieuwe natuur is de inrichting van de Leeg’n Könningsstool. Dit was eigendom van BAM Krabbenborg en in gebruik als maïsland. Bij de aanleg van het Schoolpad kwam BAM naar ons toe met de vraag of wij geen interesse hadden om het over te nemen om er natuur van te maken. Het stuk was maar een paar duizend vierkante meter groot en landbouwkundig niet meer winstgevend. De Van der Lugtstichting heeft het toen voor ons gekocht en door ons is het ingericht. Ook de natuurontwikkeling op een strook grond van 25m breed langs het begin van het Hemmelepad en de inrichting van een hooilandje met poel tussen twee bosjes aan het eind van het Hemmelepad zijn voorbeelden van nieuwe natuur langs de paden.


Al deze landschapselementen en natuurgebiedjes worden door onze vrijwilligersploegen beheerd. Zonder beheer in de vorm van maaien zouden alle stukjes hooiland en de randen van poelen binnen enkele jaren dichtgroeien met opslag van bomen en stuiken (voornamelijk elzen en wilgen). Voor een goede natuurkwaliteit met veel soorten wilde planten, insecten, amfibieën, kleine zoogdieren en watervogels is dat ongewenst. Het maaien kan het best gebeuren aan het eind van de zomer als de meeste planten zijn uitgebloeid. Essentieel is echter dat overal waar gemaaid wordt het maaisel wordt afgevoerd. Waar het maaisel blijft liggen, gaat het rotten en komen er veel mineralen vrij waardoor woekerplanten als Grote brandnetel, Zevenblad en Kweekgras het roer overnemen en de soortenrijkdom sterk afneemt. Niet alleen de randen maar ook de poelen zelf vergen beheer. Om de twee tot vier jaar moeten alle waterplanten worden verwijderd om dichtgroeien (verlanding) te voorkomen. De vele knotbomen langs de paden (vooral knotwilgen, maar ook knotelzen) worden om de drie jaar afgezet. De takken worden tot boesken (bundels) gemaakt en afgevoerd door de paasvuurbouwers van Zieuwent. Vermeldenswaard ten slotte is de strook groen van 25m breed  waar het eerste deel van het Hemmelepad doorheen loopt. Langs dit pad ligt een strook van 2m breed die iedere twee jaar gefreesd wordt en ingezaaid met kruidenmengsels. Dit leidt tot een bonte bloemenrand waar veel insecten op af komen en waar wandelaars en fietsers die daar plezier in hebben een veldboeketje kunnen plukken.